In oktober 1875 verhuisde familie Van Gogh van Zundert naar Etten, omdat vader Van Gogh daar dominee werd. Vincent woonde destijds in het buitenland en Etten was voor hem de thuisbasis waar hij werd herenigd met familie, voornamelijk tijdens feestdagen als Kerst en Pasen. 

Daarnaast was het zijn uitvalsbasis als hij ‘in between jobs’ was en zijn toekomstplannen bijstelde. Zo verbleef hij in 1877 in Etten nadat hij ontslagen was bij Goupil & Cie in Parijs en voorafgaand aan zijn vertrek naar Ramsgate. En een half jaar later toen hij uit het Engelse Isleworth kwam en vervolgens in Dordrecht ging wonen. Toen Vincent jaren later (in 1880) in de mijnstreek Borinage woonde, kwam hij naar Etten om daar zijn geest tot rust te brengen en bij te tanken van het zware leven in het gebied.

Veruit de belangrijkste periode die Vincent in Etten doorbracht was de zomer van 1881. Hij was toen al beginnend kunstenaar en tekende veel in de omgeving en met modellen uit het dorp. Zijn vriend Anthon van Rappard kwam hem opzoeken en ze werkten samen. In die zomer logeerde Vincents nicht Kee Vos bij de familie en Vincent werd smoorverliefd op haar. Zijn liefde was zo sterk dat hij haar ten huwelijk vroeg. Haar antwoord ‘neen, nooit, nimmer’ bracht Vincent niet van de wijs. Ondanks dat beide families er sterk op tegen waren, bleef Vincent vasthoudend en probeerde hij haar voor zich te winnen. Het lukte hem niet.

De familie verhoudingen waren door dit voorval -­ en vele andere -­destijds sterk verstoord en na een ruzie rond kerst met zijn vader, vertrok Vincent boos naar Den Haag. Hij zou niet meer naar Etten terugkeren. Begin augustus 1882 verhuisde familie van Gogh naar Nuenen, waar vader Van Gogh een beroep had aangenomen.