Toen Vincent van Gogh in Londen woonde, maakte hij kennis met Elbert Jan van Wisselingh (1848-1912), die destijds samen met Daniel Cottier (1837-1891) een kunsthandel in Londen had. Van Wisselingh was een Nederlander en had –net als Vincent- zijn training gehad bij Goupil & Cie (in Den Haag en Parijs). Van Wisselingh & Cottier waren slechts zakenpartners tussen 1874 en 1882. Na die tijd gingen ze uit elkaar. Cottier bleef in Londen, terwijl Van Wisselingh naar Parijs en later Amsterdam vertrok.
Vincent bezocht Van Wisselingh and Cottier een paar keer toen hij in Londen woonde. Zo schreef hij zijn broer Theo in 1875 over het schilderij Souvenir d’Amsterdam van Matthijs Maris (1839-1917), dat hij vermoedelijk in de kunsthandel zag. Toen Vincent een jaar later in Isleworth woonde en een dag naar Londen moest, greep hij zijn kans om ook even langs te gaan bij Van Wisselingh & Cottier. Vincent zag daar toen schetsen voor de glas-in-loodramen van de St. Andrew’s Church in Owslebury.
Vincent bleef gedurende verschillende fases van zijn leven in contact met Van Wisselingh. Hij vond dat Van Wisselingh iemand "met een karakter" was en dat hij gevoel voor en verstand van kunst had.
Tips & Aanvullingen